Ensemble Mix Diversen

Op deze pagina vind je een bonte verzameling componisten voor de trio- en kwartetmuziek in deze sectie. Er is biografisch het een en ander te vertellen over de heren, dat vind je hieronder. Muziek vind je daarna.

Ben je ongeduldig of gretig? Dan direct naar de Muziek!

Biografieën

Nicolas Vallet

De Franse componist en luitspeler Nicolas Vallet (ca. 1553 – 1626) was een Hugenoot en werd wegens zijn geloof vervolgd. Hij ontliep de politieke problemen in Frankrijk door in Amsterdam neer te strijken, in die tijd een wereldstad van allure. Hij stichtte daar een dansschool en vormt een ensemble dat op bruiloften en partijen speelde. Die zaken gingen niet allemaal voor de wind, zodat hij al zijn bezittingen verloor en zelfs zijn kleren werden verpatst. Gelukkig voor hem keerde later het financiële tij weer.

In Amsterdam publiceerde hij onder meer Le Secret des Muses in 1613, een interessante verzameling luitmuziek die een goed beeld geeft van de luitcultuur in de Lage Landen. Hierin staan bewerkingen van populaire liederen, religieuze liederen en diverse dansvormen.

Thomas Robinson

Een biografie schrijven van Thomas Robinson is geen eenvoudig karwei, want er is weinig bekend. Zijn levensjaren, 1560 – 1610, zijn een historische gok. Gelukkig schreef hij hier en daar wat aanwijzingen op de voorpagina’s van zijn composities waarmee je het een en ander kunt dateren. Uit die fragmenten weten we dat hij als muziekleraar werkte aan het Deense hof in Kopenhagen en Helsingør.

Zijn bekende werk, The Schoole of Musicke, kwam uit in 1603 en gold lang als standaardinstructieboek voor instrumenten zoals de Luit, de Bandore en de Viola da Gamba.

Franz Schubert

Schubert was zoon van een onderwijzer, kreeg een brede algemene opleiding en les in zang, viool, piano en orgel. In 1808 werd hij opgenomen in de hofkapel en het Stadtkonvikt (Wiener Sängerknaben); spoedig was hij al concertmeester en plaatsvervangend dirigent van het huisorkest van het Stadtkonvikt.

Bij Salieri (jawel, de vermeende “bad guy” uit de film Amadeus) studeerde hij contrapunt en compositie en onder diens invloed ontstonden zijn eerste composities (kleine kwartetten, pianostukken en liederen, w.o. Hagars Klage).

In 1813 voltooide hij zijn Erste Symphonie in D gr.t. Eind 1813 werd hij hulponderwijzer bij zijn vader (tot 1817). Tot de composities uit deze periode behoren zijn eerste Mis in F (1814), zijn eerste belangrijke lied Gretchen am Spinnrade (uit Goethes Faust; 1814), de ballade Erlkönig (tekst van Goethe; 1815, een van de 145 liederen uit dat jaar) en de symfonieën 2-5 (waarvan de vierde als Tragische het bekendst is geworden), de kleine Sonaten voor viool en piano op. 137 en in 1816 alleen al meer dan honderd liederen, o.a. Der Wanderer.

Door de materiële steun van vrienden, o.w. Mayrhofer en Franz von Schober, werd Schubert in staat gesteld zich geheel aan de muziek te wijden. Door von Schober leerde hij de zanger J.M. Vogl kennen, die zich voor zijn liederen ging inzetten; de eerste uitvoering van deze liederen vond meestal plaats op muziekavonden in de vriendenkring (Schubertiaden).

Schuberts leven verliep in benarde omstandigheden. Zijn teruggetrokken en schuchtere aard waren niet bevorderlijk voor het bekleden van een openbaar ambt. De hem aangeboden organistenfunctie aan de Hofkapel sloeg hij af; daarentegen solliciteerde hij tevergeefs naar de post van kapelmeester aan de Hofkapel en aan het Kärntnertor-theater. In het openbare concertleven speelde zijn werk tijdens zijn leven geen rol; slechts één concert (1828) had succes.

Schubert stierf in Wenen in 1828. Hij werd op het Währinger Friedhof begraven. In 1888 is zijn stoffelijk overschot naar het Zentral Friedhof te Wenen overgebracht.

Fernando Sor

Fernando Sor (1778 -1839) werd geboren in Barcelona en was een van de leidende gitaarcomponisten van de Klassieke periode. Hij had een avontuurlijk leven, dat betrekkelijk rustig begon bij de cantorij van het klooster Montserrat bij Barcelona. Tijdens de heerschappij van Napoleon diende hij als kapitein in het Spaanse leger en koos ongelukkigerwijs partij voor Napoleon tegen de Engelsen, die het toen in Spanje voor het zeggen kregen. Daarom vluchtte hij naar Parijs.

Daar was toevallig een bruisende gitaar-scene ontstaan. In de Franse hoofdstad vierde hij grote successen als gitarist en componist, zodat men hem zijn politieke kleur al snel vergaf en zijn muziek de boventoon liet voeren. Zijn concert-tours brachten hem door gans Europa, tot zelfs in Rusland toe. In zijn laatste jaren raakte hij vergeten en stierf in eenzaamheid.

In 1830 publiceerde hij zijn didactisch werk Methode Pour la Guitare, een voor die tijd geavanceerde gitaarmethode, die in diverse talen werd vertaald.

Louis Spohr

Louis Spohr (1784 – 1859) was een Duitse violist en componist die wedijverde met het viooltalent van Niccolo Paganini, en bevriend was met Ludwig van Beethoven. Spohr was erg succesvol met het organiseren van muziekfestivals en introduceerde als dirigent (tot grote angst van de musici van het orkest) het dirigeerstokje. Daarnaast componeerde hij een omvangrijk oeuvre van concert- en kamermuziek, die in de huidige tijd grotendeels vergeten lijkt.

Julian Arcas

De Spaanse componist Julian Arcas (1832 – 1882) was een in die tijd bekende concertgitarist en componeerde veel muziek in het Spaanse idioom.  Arcas werd geboren in Almeria en stierf in Malaga. Hij kreeg gitaarles onder meer van zijn vader en trad zelf op als leermeester van Francisco Tarrega. Hij was zowel actief in het klassieke als het Flamenco genre.

Arcas speelde op een van zijn tournees zelfs nog voor de Britse koninklijke familie aan het hof van Koningin Victoria. In 1870 hield Arcas zijn loopbaan voor gezien en begon een eigen zaak in Sevilla, waar hij de bekende gitaarbouwer Antonio Torres nog aan een paar tips voor zijn gitaarontwerp hielp.

Gabriel Fauré

Gabriel Fauré’s (1845 – 1924) muzikaal talent werd al duidelijk in zijn vroege jeugd. Op negenjarige leeftijd ging hij naar l’ Ecole de Musique Religieuse van Louis Niedermeyer in Parijs, waardoor hij zijn geboortestreek in Zuid-Frankrijk moest verlaten. Niedermeyer wilde de op dat moment in Frankrijk nogal theatrale kerkmuziek hervormen en zijn leerling Faure zou daar een belangrijke rol in spelen.

Fauré componeerde voor piano, kerkorgel, kamermuziekensemble, orkest en koor en schreef naast een grote hoeveelheid kerkmuziek ook meer seculiere werken waaronder een paar opera’s en balletten.

Pjotr Ilitsj Tsjaikovski

Pjotr Ilitsj Tsjaikovski (1840 -1893) is een van de grote componisten uit de Romantiek. Hij liet een flink oeuvre aan orkestwerken, ensembles, kamermuziek en koorwerken na.

Carlos Gomes

Carlos Gomes (1836-1896) werd geboren in Campinas, in de buurt van Sao Paulo. Hij was een zeer muzikaal kind, wat voor zijn familie de aanleiding was om zijn muzikale opvoeding stevig ter hand te nemen. Hij studeerde aan het conservatorium in Rio de Janeiro en werd een gevierde operacomponist. Als prijs voor een van zijn composities won hij zelfs een studiereis naar Italië, het land van de opera. Hierdoor kreeg hij enige bekendheid in Europa. Helaas ging het hem in Italië niet bijzonder voor de wind, zodat hij uitweek naar de Braziliaanse staat Belem, waar hij directeur werd van het conservatorium. Hij stierf te Belem in 1896.

Antonio Carlos Jobim

Antonio Carlos Jobim werd in 1927 in Rio de Janeiro geboren en zou eerst architect worden. De muziek lokte hem echter en hij werd een van de legendarische vertegenwoordigers van de bossa nova beweging, alhoewel hij ook een sterke voorliefde voor jazz had, waardoor men hem de Braziliaanse George Gershwin noemde. Hij werd voor het eerst bekend door zijn samenwerking met Vinicius de Moraes maar speelde en componeerde ook in andere samenspeelverbanden.

Joao Pernambuco

DeBraziliaanse componist Joao Pernambuco (1883 – 1947) stond ook bekend als Joao Teixeira Guimaraes. Reeds vroeg leerde hij op de viola caipira spelen, een kleine gitaar met stalen snaren, het Braziliaanse nationale instrument en kwam hij in contact met de muziek van de straat. Toen zijn ouders stierven kwam hij als wees in Recife terecht waar hij in zijn onderhoud voorzag in bijvoorbeeld een smederij.

In Rio de Janeiro werd hij bekend met composities van nationale muzikale vormen zoals Jongos, Valses, Toadas, en Cancoes. Omdat hij analfabeet was, moest hij erop vertrouwen dat zijn partners de muziek onder zijn naam noteerden en publiceerden. Ongelukkigerwijs maakten velen daar misbruik van, waardoor tophits onder andere namen werden verkocht en Pernambuco geen cent zag.  Heitor Villa Lobos hielp hem nog voort door een aantal van Pernambuco’s liedjes te noteren en onder zijn naam te registreren.

Ritchie Valens

Ritchie Valens maakte het Mexicaanse volksliedje La Bamba in 1958 wereldberoemd, ook al was het slechts een B-kant van de single Donna. Het nummer was een voorbeeld van Chicano Rock, rockmuziek met Latijns-Amerikaanse invloeden. Ritchie Valens kon niet lang genieten van zijn bekendheid, in 1959 kwam hij samen met Buddy Holly en zijn band om het leven bij een vliegtuigongeluk.

Muziek

error: Content is protected !!
Scroll naar boven