Ik ben Mark de Gooijer, ik werd in 1957 in Hilversum geboren. Ik heb een aardig aantal woonplaatsen gehad. Toentertijd was het voor mijn vader, die onderwijzer was, verhuizen geblazen als je een andere standplaats kreeg. Tegenwoordig woon ik in het oosten van het land, ver van de drukte en de files van de Randstad.
Ik ben getrouwd met Erna en heb twee schatten van dochters die inmiddels het huis uit zijn. De oudste heeft een dochter, zodat ik tegenwoordig opa ben. Ik verdiende mijn dagelijks brood als Technisch Auteur met mijn toetsenbord, ik schrijf handleidingen, technische beschrijvingen en diagnostische procedures voor complexe apparatuur. Na veertig jaar ben ik ietsje vervroegd met pensioen gegaan. “Je kunt je pensioen alleen aan de voorkant verlengen,” zei een wijze collega vroeger, waarvan acte.
Ik begon met gitaarspelen toen ik zeventien was. De muziek had mijn belangstelling getrokken in de behoorlijk culturele atmosfeer die de gymnasiumafdeling van de scholengemeenschap “Sweelinck” toentertijd bood. De omgeving was er wel naar, het gebouw van die gymnasiumafdeling staat aan Gabriel Metsustraat, vlakbij het Museumplein, en het Concertgebouw, Rijksmuseum en het Stedelijk Museum vormen daar een niet te missen deel van de skyline.
Ik maakte eens een jamsessie mee van een aantal klasgenoten in een keldertje aan de Jacob Obrechtstraat, daar vlak in de buurt. Daar ontlook mijn liefde voor de gitaar, vooralsnog hopeloos, omdat me het geld voor een gitaar en gitaarlessen ontbrak. Verder dan een smachtende blik in de etalage van de muziekwinkel van Sacksioni kwam ik helaas niet.
Nu wilde het geval dat mijn zuster een vriendje had, die gitaar speelde, zo lang als hij tenminste zijn mond dicht kon houden. Hij had nog een oude gitaar in de aanbieding, voor een tientje werd ik de eigenaar van een Spaanse bananenkrat, die normaal slechts als wandversiering kan dienen. Ik knapte het ding zo goed en kwaad als het ging op, zette er nieuwe fretten en nieuwe snaren op en begon uit een akkoordenboekje de slag om het beheersen van het gitaarspel. Ik herinner me de pijnlijke en haast bebloede vingertoppen nog, die je krijgt voordat er voldoende eelt op zit
Na het behalen van mijn einddiploma van de middelbare school verhuisde ik naar het oosten van het land voor de vervolgstudie. Daar besloot ik gitaarles te nemen na een ietwat ongelukkige aankoop van The Baroque Guitar van Frederick Noad. Ik wilde het boek toch in ieder geval kunnen gebruiken.
Thea van der Meer leerde me de eerste stappen, Rob Wagenvoort en Ed Westerik zorgden er daarna voor dat ik een aardig riedeltje leerde spelen. Ed besloot er na meer dan 20 jaar mee te stoppen, zodat ik een tijdje zonder gitaarles leefde. Gelukkig is dat nu ten einde: in eerste instantie bracht Robert Horna mij de fijne kneepjes van het musiceren bij, en na zijn vertrek naar Polen volgde ik nu lessen bij Jaap Majoor. Op het moment volg ik na een les-loze periode ad-hoc lessen bij Annette Kruisbrink.
Met die bagage kon ik mijn muzikale publicaties maken. Je vindt daarover meer in de secties over Muziek voor Fluit en Gitaar en de DOS Amigos Homepage Collectie.
Een andere hobby -het schrijven van Fantasyromans- begon al vroeg vormen aan te nemen.
Als kind was ik gek op landkaarten. Ik bracht uren door met het natekenen van kaarten uit een oude Bosatlas en bedacht ze op gegeven moment ook zelf. Onder het tekenen fantaseerde ik er lustig op los over de flora, fauna, geschiedenis en beschaving van de bedachte werelden en ziedaar, de basis voor het beschrijven van virtuele werelden was gelegd.
Toen ik wat ouder werd, begon ik te schrijven. Eerst aarzelend met pen en papier, later op de computer op wat grotere schaal, wat zelfs uitmondde in de publicatie van een boek. Tegenwoordig begeef ik me meer in de sfeer van de korte verhalen.
Omdat ik een festivaljubileumboek van me –Feast on Six Strings, Five years of Guitar Festival Nordhorn– onder ISBN wilde uitgeven, ben ik maar een uitgeverij begonnen: Uitgeverij Mark’s. Ik ben van plan daarmee de komende jaren het nodige te publiceren. Een verhaal daarover vind je -samen met wat voorbeelden- in de afdeling Uitgeverij Mark’s.