Matteo Carcassi (1792 – 1853) was in de eerste plaats een begaafde concertgitarist die pas op latere leeftijd ongeveer 100 werken componeerde.
Carcassi werd in Florence geboren, juist toen in Frankrijk de revolutie uitbrak. Als kind begon hij met pianospelen, maar werd algauw een virtuoos op de gitaar. Via Duitsland trok hij naar Parijs, waar hij enige tijd in de schaduw van Fernando Carulli zijn gitaarpraktijk uitoefende.
Qua composities staat hij een beetje in de schaduw van de groten als Sor en Giuliani. Desondanks zijn de Methode en de bekende 25 Etudes Melodiques et Progressives tot op heden bekend.
Opnames
Opnemen vraagt oefening. Om technisch daarbij niet al te veel vast te lopen heb je relatief eenvoudig repertoire nodig. Voorbeeld daarvan is Carcassi’s Opus 10, een interessant werk voor de amateurs, getiteld Amusement ou 12 Morceaux Faciles. Gemakkelijk is uiteraard relatief, want met name het laatste thema met variaties stuk vraagt best wat oefening.
Bij het opnemen blijken de op papier eenvoudige stukjes toch een uitdaging te vormen voor een representatieve opname. Veel eerste pogingen vallen al direct af en de meeste stukken hebben extra sessie nodig voordat ik tevreden ben. Een goed punt daarbij is dat ik niet optimale vingerzettingen kan aanpassen.