Techniek

Geluidsopnames maken betekent automatisch een spel met techniek. Je spel gaat een microfoon in, passeert een groot aantal digitale trucs om uiteindelijk te bevriezen in een bestand dat je later weer af kunt spelen. Daarbij kom je een aantal aspecten tegen:

  • Opnameruimte
  • Microfoontype
  • Microfoonopstelling
  • Samplerate
  • Woordbreedte
  • Nabewerking

Opnameruimte

Wat is de beste opnameruimte? Een studio? Een concertzaal? Een huiskamer? Discussies genoeg, maar je moet wel de keus hebben. Er zullen niet veel mensen zijn die op dagelijkse basis even de Kleine Zaal van het Concertgebouw kunnen lenen. Het is roeien met de riemen die je hebt.

Net zoals veel gitaristen met mij, heb ik een speelplek in huis, waar je eventueel opnames kunt maken. Voor mij was dat de zolder. Nu gebruik ik voor dat doel een slaapkamer.

De zolder was een goede plek om te spelen, redelijk rustig en redelijk op temperatuur, hittegolven en sneeuwstormen daargelaten. Voor wat betreft achtergrondgeluiden bij opnames is het geen toplocatie, de cv-ketel maakt zijn geluiden, de afzuigventilator zoemt de hele dag en de wasmachine en wasdroger draaien uiteraard hun rondjes. Het meest penetrante geluid van buiten is de tropische vogel van de buren verderop die op de een of andere manier op gitaarspel reageert met gekrijs als ik het raam open heb.

Mijn huidige gitaarkamer is redelijk rustig en een stuk comfortabeler dan op zolder. Ik heb het vertrek een tijdje moeten delen met een thuiswerk kantoor, zodat de ruimte beperkt is. De achtergrondgeluiden van het huis kan ik dempen door de deur dicht te doen. Omdat echter de kinderen al jaren het huis uit zijn, komt het meest hinderlijke achtergrondgeluid nu van buren en buiten.

Als de microfoon echter dicht bij de gitaar staat, valt het effect van de achtergrondgeluiden best mee. Hierbij blijkt de microfoonkarakteristiek van belang, gevoelig aan de voorkant en dempend aan de achterkant.

Microfoontype

Zodra je over het juiste microfoontype begint voor opnemen van een klassieke gitaar, barst er een discussie los die je met geen microfoon kunt opnemen. Richtingsgevoeligheid is belangrijk, maar met welke karakteristiek? Ga je een opstelling gebruiken met een microfoon of met een aantal?

De herrie wordt al snel minder als je het benodigde budget voor al dat moois in ogenschouw neemt, want goede microfoons kosten goudgeld. Omdat ik in de eerste instantie duo’s wilde kunnen opnemen, liet mijn budget me de ruimte voor twee werkpaarden, AKG C1000 condensatormicrofoons met een nier-karakteristiek. Die staan garant voor mooie strakke opnames en zijn robuust. Er zitten kapsels bij waarmee je de karakteristiek in super-nier kunt omzetten, maar die heb ik nog niet gebruikt.

Microfoon Opstelling

Als je twee microfoons hebt, kun je een opstelling maken. Je hebt er een aantal, A-B (gewoon naast elkaar), X-Y (gekruist richting het instrument met 45 graden ten opzichte van de instrumentrichting), ORTF (juist gespreid richting het instrument met ongeveer 55 graden ten opzichte van de instrumentrichting). Mocht je microfoons met verschillende karakteristieken hebben, dan zijn er nog varianten mogelijk. Iedere opstelling heeft zijn specifieke toepassing, waarbij ook de grootte van de opnameruimte een rol speelt.

Ik bereik zelf aardige resultaten met een X-Y-opstelling op ongeveer 50 – 100 cm afstand. Die geeft ruimte, maar geen overdreven stereo-effect. Deze opstelling vormt een ook goede basis voor nabewerking met de computer.

Sample Rate

Het signaal van de microfoons moet worden verwerkt tot een opname. Een Tascam DR100 voert dat klusje voorbeeldig uit. Een van de zaken die het apparaat doet is bemonstering van het microfoonsignaal voor de digitaal-analoog omzetting. De sample rate is hierbij het aantal malen per seconde dat het apparaat een meting doet en de digitale informatie opslaat. Een sample rate van 44.1 KHz is de standaard voor Cd-kwaliteit. Kies je die iets hoger, dan heb je ruimte voor nabewerking, vandaar dat ik mijn stukken met 48 kHz sample rate opneem.

Woordbreedte

De digitale woordbreedte bepaalt de nauwkeurigheid, de resolutie, van de digitaal-analoog omzetting. Daarnaast bepaalt hij ook de mate van digitaal-analoog omzettingsruis in het resultaat. De meeste CD opnames hebben een woordbreedte van 16 bits, wat betekent dat je het complete signaalbereik opdeelt in ca. 65.000 stapjes. Een hogere woordbreedte geeft de mogelijkheid tot nauwkeuriger nabewerking, vandaar dat ik de stukken met 24 bits opneem.

Nabewerking

Opnames van dichtbij hebben op zich niet zo veel akoestiek. Het klinkt bijzonder strak, maar wel een beetje droog. Daarom voeg ik bij wijze van nabewerking een snufje nagalm toe. Niet te veel!

Met deze techniek ben ik een tijd aan het werk geweest. Experimenten met nabewerking, zoals compressie en equalizing, volgen nog. Ten behoeve van dit experimenteren neem ik eerst ruw en onbewerkt op en knip ik alleen de loze stukjes (pauzes, stemmen e.d) eruit. Nabewerking doe ik met een kopie, dan kan ik de kunstjes altijd nog op een andere manier herhalen.

Daarna wordt het tijd voor het geluidsprofiel. Tegenwoordig gebruik ik daarvoor Wavelab Lite met de uitstekende Valhalla DSP plugin voor de nagalm. Nagalm is een universiteitsstudie op zich. Daar moet ik nog echt mee leren omgaan, maar ik ben op weg. Ik kom daar in een later stadium nog op terug.

error: Content is protected !!
Scroll naar boven