Het werd op gegeven moment mode in de 19e eeuw om volksmelodieën als thema voor “serieuze” muziek te gebruiken. Schotse en Ierse volkswijsjes doken daarbij op. Giuliani was hierop geen uitzondering, hij bewerkte Ierse volksliedjes in zijn Six Airs Irlandois nationales (op. 125) en Schotse melodieën in Sei Aria Nazionali Scozzesi. Jenny’s Bawbee komt uit de verzameling Schotse volksliedjes.
En warempel, het volksdansgevoel komt direct boven in de eerste frasen. Daarna begint Giuliani bestaande fragmenten van stal te halen, zodat het stuk een potpourri van typische Giuliani trucjes wordt. In het laatste deel maakt hij het helemaal bont en kopieert hij er het grootste deel van de Terpsichore du Nord Nr. 1 in. Je zou hier haast aan een aanval van Schotse gierigheid gaan denken! Al met al is het een curieus stuk!