Dit is een gedeelte uit het onbekende Drie Romances voor Gitaar Op. 333 van Fernando Carulli. Het stuk heeft de atmosfeer van een populair liedje uit die tijd, waarin het Angelus een rol speelt, een oud Katholiek gebedsgebruik waarvoor driemaal daags (6 uur ’s ochtends, twaalf uur en 6 uur ’s avonds) het Angelusklokje luidde.