Pasan y Pasan (Ze gaan steeds maar voorbij) is een stuk uit Diez Piezas Fugaces (10 vluchtige stukken). De naam zegt het al een beetje, het stuk is opgebouwd uit een aantal herhaalde patronen.
In dit stuk heb je concentratie nodig voor de vingerzetting van de rechterhand in een finger-picking patroon. Dat wordt extra lastig in de variatie van het arpeggiopatroon in de maten 17, 21, 25 en 29. Dat wordt langzaam oefenen en gaandeweg het tempo opschroeven.