
De open gitaaravonden bij Kulturhaus NIHZ in Nordhorn zijn een prima gelegenheid om de concoursstukken voor publiek voor te dragen. Je krijgt een idee van de spanning en de van de zaken die onder druk wat minder gaan. Die kun je dan thuis separaat aanpakken. Bovendien krijg je een indruk van je concentratieboog en waar die zwakte vertoont.
Voorspelen kan confronterend zijn, want het resultaat wijst je erop hoe ver je werkelijk bent. Als je echter muziek naar je eigen tevredenheid en dat van een publiek op de bühne kunt brengen, ben je al een eind op weg naar een goede uitvoering voor een jury.
Ik was ditmaal als tweede aan de beurt. Daardoor had ik geen tijd gehad om de gitaar uit te pakken en te stemmen. Geen nood, gewoon doen, en doe het rustig. Zodoende haastte ik me niet.
Ik had mijn aankondiging voorbereid op schrift, de tekst stond op de standaard, net zoals de muziek. Ik had de aankondiging in het Duits echter nog niet kunnen oefenen, dus ik had wel hier en daar wat moeite met de uitspraak. Het bleek knap lastig om in een Duits betoog Engelse titels van de stukken goed uit te spreken. Moraal van dit verhaal: Oefen je aankondiging net zoals je muziek!
Ik had toevallig de dag ervoor het boekje On Competitions van Denis Azabagic doorgelezen (hierover later meer) en daar een heel belangrijke tip uit opgepikt: Verzet je niet tegen je spanning, maar aanvaard haar als onderdeel van jouw uitvoering.
Die mindset hielp ontzettend. Normaal ervaar je spanning als iets naars, iets dat je niet wilt. Maar daar gaat de stress niet van weg. Aanvaarding helpt in ieder geval om de start te maken.
Onder een Linde Groen kwam goed op gang. Aandachtspunt blijft om de rust te bewaren en nergens te versnellen. Ritenuto is prima als je maar weer op tempo komt, maar versnellen past niet in de sfeer van het stuk. Ik wist waar ik kleine slipjes of kraakjes maakte, maar ik slaagde erin om in de cadans van de muziek te blijven.
De stukjes van Rak zijn een duidelijke sfeerverandering. Ik dacht er gelukkig aan om even adem te halen voor ik met Venezuelan Dance begon. Ik bleef op tempo, speelde het D-mineur gedeelte iets langzamer voor contrast en hield de Latijnse vrolijkheid van de hoekdeeltjes vast. Aandachtspunten zijn dynamiek en hier en daar accent om het 6/8-3/4 effect uit te spelen.
Spiritual ging mooi, zeker toen ik de moed kreeg om de baslijn deels krachtig en deels teder neer te zetten. Aandachtspunt hier is de sfeer vast te houden.
Barbarian Dance is ritmisch harstikke leuk (maatwissel om de zoveel maten), maar vraagt ontzettend veel concentratie. Onder spanning is concentratie fragiel, en het slipte me heel even weg waardoor er een voor mij (en een jury) hoorbare aarzeling ontstond. Concentratie hou je beter vast met een consistente en logische vingerzetting. De rechterhand vingerzetting voelde niet helemaal safe. Dat is dus huiswerk.
IK begon iets te snel met Vaterlandsblüthe Nr. 2 Adagio Patetico. Hierdoor zat ik niet direct in de romantiek van Mertz. Bij het concours dus voldoende ademhalen! De eerste twee herhalingen liepen door, met hier en daar toch wat punten van haast. Bij de virtuozere laatste herhaling merkte ikzelf dat ik hier niet moet overdrijven en haasten. Ook virtuositeit moet duidelijk blijven.
Het publiek was enthousiast en ikzelf was tevreden. Ik merkte pas achteraf dat ik behoorlijk opgewarmd was door de inspanning. Met de opgedane ervaring kan ik gericht oefenen, en de algehele teneur was dat ik voor mezelf het vertrouwen heb, dat ik ook tijdens het concours goed kan spelen.